Open navigation

Henk van Hezel overbrugt culturele verschillen op het voetbalveld.

Sport verbroedert. Dat weet Henk van Hezel (67) als geen ander. Zelf fietst en zwemt hij een paar keer per week. Werken doet hij ook nog, “maar geen 40 uur meer”. Als bestuurder was hij jarenlang actief bij voetbalvereniging SC Jekerdal. Toen de komst van een asielzoekerscentrum (AZC) werd aangekondigd, nam Henk het initiatief, samen met andere sportverenigingen uit de wijk, om minderjarige asielzoekers te laten sporten. Zijn motief: “Pas als je elkaar ontmoet, krijg je begrip voor de onderlinge culturele verschillen.” 

Hoewel Henk inmiddels ruim een jaar intensief contact heeft met asielzoekers uit alle delen van de wereld, staat ook hij soms nog voor verrassingen. “Ik had een keer een aantal voetballers uit het AZC bij mij thuis uitgenodigd. Ze bleven voor de deur staan zonder aan te bellen. Toen ik opendeed, kwam ik erachter dat ze niet wisten dat er een bel was. Het bleek de eerste keer te zijn dat ze bij een Nederlander thuis kwamen. Dat realiseerde ik me toen pas.”
In augustus 2017 begon een groep van 12 tot 18 jongens uit het AZC, veelal zogenoemde alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV’s) met wekelijkse trainingen bij Jekerdal. De gemeente honoreerde een gezamenlijke subsidieaanvraag van SC Jekerdal, Atletiek Maastricht, Ponyclub Maastricht en Refugee Project Maastricht, zodat het project de komende twee jaar kan doorgaan. “Gelukkig hebben we ook voldoende sponsors en suikerooms”, zegt Henk. “Sommige jongens komen op slippers naar de trainingen. Onder onze leden hebben we een oproep gedaan voor voetbalschoenen. Nou, we werden bedolven onder de giften. En dankzij onze sponsors heeft een aantal kinderen in de herfstvakantie mee kunnen doen met de voetbalschool. De asielzoekers hebben natuurlijk weinig te besteden. Als ze lid worden, vragen we wel een bijdrage van maximaal 5 euro per maand. Zo proberen we betrokkenheid te kweken. Maar geld mag nooit het probleem zijn om mee te doen.”

Sportief
Elke dinsdagavond is Henk te vinden op de club. Niet als trainer, want daarvoor staat de 72-jarige ‘opa Toon’ op het veld. Wel om zijn netwerk verder uit te breiden, kennis te delen en te kijken hoe het gaat. “Ik vind het heerlijk om met jonge mensen te werken, dat houdt me zelf ook jong. Er is steeds wel iets nieuws te doen. Nu willen we vooral de toeloop van jongere spelers goed organiseren. We hebben meerdere teams van kinderen onder de 15 jaar, daar past altijd wel iemand bij. Je merkt ook dat iedereen zich betrokken voelt als er AMV’s in een team spelen. Voor de Nederlandse kinderen is het goed om kennis te maken met kinderen uit andere culturen, voor de AMV’s is het een manier om hier te acclimatiseren en zich te kunnen ontspannen. En ook al verstaan ze elkaar niet, de basale dingen begrijpt iedereen: je gedraagt je sportief en je hebt wat voor elkaar over.”

Omgangsvormen
Henk, die door de spelers uit het AZC altijd ‘meneer Henk’ wordt genoemd, is vol lof over de omgangsvormen van de voetballers. “Ze geven iedereen altijd een hand, zijn nooit te beroerd om de kleedkamer op te ruimen of ballen te zoeken. Een enkele keer merk je wel dat cultuurverschillen tot misverstanden kunnen leiden. Dan komt iemand bijvoorbeeld niet opdagen bij de training, omdat hij met zijn vrienden heeft afgesproken. Voor ons is dat geen excuus, maar in de groepscultuur waar zij vandaan komen, is dat heel normaal. Overigens houden we wel vast aan onze eigen regels. Wie te laat op de training komt, moet gewoon een extra rondje lopen. Je bent immers lid van een team, daar moet je wel wat voor doen. Het is de bedoeling dat er wederzijds begrip en respect ontstaat.”
Omdat asielzoekers regelmatig naar een andere gemeente worden overgeplaatst, blijven ze vaak maar korte tijd lid van Jekerdal. Maar er is ook een vaste kern van statushouders, die de club trouw is. Of iemand lang of kort blijft, maakt Henk niet uit. “Het gaat erom dat ze lekker kunnen voetballen, verder hebben we geen pretenties.” Zelf blijft de projectleider zich met veel enthousiasme inzetten voor de buitenlandse voetballers. “Voor mij is dat vanzelfsprekend. Ik wil er zijn voor anderen als dat nodig is.”